“Een burn-out is veel lichamelijker dan mensen vaak denken”

Neurobioloog Brankele Frank had als 28-jarige consultant een flinke burn-out. Ze besloot er een boek over te schrijven, maar raakte tijdens het schrijven - tot haar schaamte - wéér opgebrand. Als geen ander weet ze wat langdurige stress doet met je hersenen, lichaam en geest. Werkgevers kunnen volgens haar alerter zijn op signalen. “Het recht op meerdere korte pauzes mag van mij verankerd worden in de Nederlandse wet.”

Negen jaar geleden werkte Brankele Frank als strategieconsultant in een ‘stereotype kantoorhel’, vertelt ze. “Het was zo’n grijs, oninspirerend klein kelderkantoor zonder ramen. Het project was al niet zo leuk, en werd steeds maar verlengd.”

Een opeenstapeling van lange dagen, iedere week reizen naar het buitenland én trainen voor een triatlon – “dat leek me een leuke uitdaging” – maakte dat Brankele moeier en moeier werd. Tot ze uiteindelijk lijkbleek en met doffe ogen bij de bedrijfspsycholoog belandde. “Zij heeft me gered, want ze stuurde me naar huis. Daar had ik zelf nooit om durven vragen.” Uiteindelijk zou Brankele er bijna twee jaar uit liggen.

Op zoek naar verklaringen

De bedrijfsarts concludeerde tot frustratie van Brankele dat haar “batterijtje op was”. De huisarts hield het op “iets psychisch”. Terwijl Brankele als neurobiologe juist actief op zoek was naar concrete labels en verklaringen. “Ik had zóveel rare klachten. Ik was bijvoorbeeld enorm prikkelbaar en sensitief. Als mensen achter me op straat begonnen te praten, reageerde ik geschrokken. Alsof iemand een pistool tegen mijn hoofd zette. Mijn lichaam was duidelijk helemaal van slag.”

Ze besloot om zelf uit te zoeken wat er met haar lichaam aan de hand was. Ze wilde dat opschrijven in een boek, zodra ze was hersteld. Maar eenmaal bezig, zakte ze weer in het burn-out moeras. Voor een tweede keer. “Ik krijg weer een steek in mijn maag als ik daaraan terugdenk. De schaamte dat ik er opnieuw in was getrapt. Terwijl ik er nota bene een boek over aan het schrijven was…”

Wanhoop: zou het weer zo lang duren?

Daar bovenop kwam nog de wanhoop: zou het weer zo lang duren als de vorige keer? Kwam ze er ooit nog vanaf? “Het is daardoor wel een beter boek geworden, want ik moest nóg dieper graven naar wat er blijkbaar nog meer mis was. Maar leuk was het niet.”

Het boek kwam er in 2023 alsnog, Over de kop. Daarin schept Brankele vanuit haar achtergrond als neurobioloog én ervaringsdeskundige orde in alle ideeën over burn-out. Te beginnen met een definitie. “Ik noem het: de staat van totale mentale en fysieke ineenstorting die volgt op een periode van langdurig aanhoudende stress. In Zweden noemen ze het een “stress gerelateerd uitputtingssyndroom”. Dat vind ik de beste medische definitie.”

Bij jou kwam de uitputting vooral door stress op het werk. Is dat bij alle burn-outs het geval?

“Nee, zeker niet. Ik strijd tegen het beeld dat burn-out alleen een werkgerelateerde ziekte is. Er zijn namelijk ook mensen die van hun vrijwilligerswerk een burn-out krijgen. Of van het opvoeden van hun kinderen. Het gaat om die langdurige grote hoeveelheid stress. Waar die vandaan komt, maakt niet zoveel uit.”

Wat gebeurt er precies in de hersenen bij een burn-out?

“Je hersencellen zijn een soort boompjes met allemaal verschillende takjes. Bij chronische stress zie je dat de boomtakjes in de gebieden van de prefrontale cortex en de hippocampus langzaam verschrompelen. Die hersengebieden regelen je uitvoerende functies. Denk aan: plannen, concentreren, relativeren, leren, je geheugen. Veelal rationele vaardigheden.

Tegelijkertijd zie je dat de amygdala juist groeit onder invloed van chronische stress. Dat is je emotionele centrum. Daar ontstaan grote, wapperende boompjes. Daarom word je bij een burn-out zo hypersensitief en prikkelbaar. De amygdala heeft letterlijk meer voelsprieten gekregen.”

Door een burn-out veranderen je hersenen in vorm en functie.

Wat is het effect daarvan op het dagelijks leven?

“Allereerst raakt je stresssysteem uit balans. Normaal gesproken reguleert dat systeem zichzelf vrij goed. Maar als je door chronische stress niet meer tot rust komt, kom je in allerlei negatieve, vicieuze cirkels terecht. Zo heb je slaap nodig om stresshormonen af te breken. Maar je brein blijft door die chronische stress hyperactief. Daardoor val je maar niet in slaap. En ga je overdag weer meer koffie drinken en kies je sneller voor zoet en vet eten. Terwijl vet in je lijf je juist gevoeliger maakt voor het stresshormoon cortisol. Oftewel: je belandt in een neerwaartse spiraal.

In het algemeen geldt: hoe meer stress je ervaart, hoe heftiger je lijf reageert op nieuwe stress. Mensen om je heen zeggen dan: rustig aan joh, het komt wel goed. Maar dat geloof je zelf niet meer. Je kunt niet meer die stap achteruit zetten en het overzien.”

Is burn-out daarmee een lichamelijke ziekte?

“Dat is onmogelijk om te zeggen. In de biologie kun je sowieso lichaam en geest niet van elkaar lostrekken. Ze werken altijd samen. Maar een burn-out is wel veel lichamelijker dan mensen vaak denken. Je hersenen veranderen écht in vorm en functie. Ook je immuunsysteem reageert anders op een gegeven moment. Dat is de hele tijd overactief en lijkt wel een soort allergische reactie af te geven bij stress. Daardoor blijven mensen ook zo lang ziek. Ook als ze veel rust nemen en slapen.”

Is het dan helemaal geen psychische ziekte?

“Dat is het vaak óók. Want bijna altijd liggen er toch bepaalde overtuigingen of gedachten ten grondslag aan het gedrag waarmee jij zolang die lichamelijke signalen hebt genegeerd. Om die overtuigingen te leren doorzien, kan psychotherapie heel goed helpen.”

‘Stressprofessor’ Christiaan Vinkers

Kun je voorspellen wie psychische klachten ontwikkelt door (werk)stress? Daar doet psychiater Christiaan Vinkers onderzoek naar. “Gedurende ons leven verandert onze stressbestendigheid.”

Lees het interview

Wat moeten werkgevers volgens jou weten over de burn-out?

“Ik denk dat werkgevers zich vaker mogen realiseren dat mensen geen robots zijn. Dat klinkt misschien suf, maar managers denken toch vaak dat hun werknemers hetzelfde zijn. Terwijl iedereen anders is. Met andere grenzen en behoeftes. En wat daarbij steeds maar weer over het hoofd wordt gezien, is rust.”

Rust, als in: slapen?

“Dat is ook heel belangrijk, maar ik bedoel vooral: rust gedurende de dag. Het recht op meerdere korte pauzes per dag mag wat mij betreft verankerd worden in de Nederlandse wet. Kun je gedurende de dag meerdere keren een korte pauze nemen? Bijvoorbeeld een kwartiertje wandelen, tien minuten mediteren of twintig minuten powernappen? Dan geef je het lichaam de kans om de opgebouwde stress naar beneden te laten gaan.

Dat kun je niet uitstellen tot het einde van de week of van het kwartaal. Net zoals je niet kunt denken: weet je wat, ik eet aan het eind van de maand in één keer alles wat ik nodig heb. Zo werkt het niet.”

Drie tips voor werkgevers

Wat kun je als werkgever doen om burn-outklachten bij je werknemers te voorkomen?

-Zorg voor autonomie
“Stress en controle hebben veel met elkaar te maken. Als je autonomie ervaart, zal je een minder grote reactie op stress hebben en andersom. Je kunt werknemers dus echt helpen door ze controle of autonomie te bieden. Bijvoorbeeld door ze inspraak te geven in hoe ze hun werkdagen indelen.”

-Creëer een open werkcultuur.
“Daarvoor moet je zonder oordeel naar elkaar kunnen luisteren. Voelen werknemers zich vrij om het aan te geven als ze graag eerder naar huis gaan die dag? In een open communicatiesfeer wordt dat sneller geloofd.”

-Bescherm je werknemers tegen zichzelf.
“Als mensen in een periode van chronische stress zitten, kunnen ze niet goed meer relativeren. Ze voelen een soort valse noodzaak om al hun taken te blijven doen. Dus moet je als werkgever streng zijn, bijvoorbeeld door iemand naar huis te sturen. Anders gaat de stress voor die persoon niet afnemen.”

Wat moet je als werkgever vooral niet zeggen tegen iemand met een burn-out?

“De vraag ‘wat doe je dan de hele dag?’ is nogal confronterend, omdat je met een burn-out niks kan. En niks betekent dan niet: lekker series kijken of chillen met een boek op de bank. Nee, het is een allesomvattend niks. Maar dat is moeilijk uit te leggen aan iemand die dat niet zelf heeft ervaren. En verder zou ik als leidinggevende niet steeds vragen: voel je je alweer wat beter?"

Waarom niet?

“Omdat het antwoord vaak ‘nee’ is als iemand een fikse burn-out heeft. Dat is niet leuk om telkens te moeten zeggen tegen je werkgever. Dus ga je je soms toch beter voordoen dan je eigenlijk wil. En dat schept weer verkeerde verwachtingen. Dus als werkgever zou ik het kleiner houden en vragen: hoe ging het vandaag? Laat het maar aan de bedrijfsarts over om te kijken wanneer iemand weer beter genoeg is.”

Tips en oplossingen

Bij Nationale-Nederlanden delen we graag inzichten over het verkorten en voorkomen van verzuim. Wil je meer inspiratie op het gebied van mentale gezondheid op de werkvloer? Lees dan ook ons artikel Re-integreren na een burn-out: zo help je als werkgever met het herstel.