Wat is het verschil tussen een deposito en een spaarrekening?

Je wilt graag wat spaargeld opzijzetten. Maar waar kies je voor? Zet je je geld op een gewone spaarrekening, zodat je er altijd bij kunt? Of zet je het vast in een deposito tegen een hogere spaarrente? Wat slim is om te doen, hangt af van jouw persoonlijke situatie. In dit artikel zetten we de belangrijkste verschillen tussen een deposito en een spaarrekening op een rij.

Wat is een deposito?

Een deposito (of spaardeposito) is een rekening waarbij je je spaargeld voor een langere periode vastzet tegen een vaste rente. Bijvoorbeeld voor drie maanden. Of voor vijf jaar. Meestal geldt: hoe langer je het geld vastzet, hoe hoger de rente. Tijdens de hele periode blijft de afgesproken rente gelijk. Dat kan prettig zijn in een tijd dat rentes schommelen. Met een deposito weet je namelijk zeker wat je tijdens de looptijd aan rente krijgt.

Leuk weetje: het woord ‘deposito’ komt uit het Italiaans. Het betekent: bewaargeving. Je geeft het geld dus tijdelijk in bewaring aan de bank.

Hoe werkt een deposito?

Met een deposito sparen werkt als volgt:

    • Je zet eerst geld op je spaarrekening. Heb je daar genoeg geld op staan en wil je tegen een vaste rente sparen?
    • Dan kun je een depositorekening openen. Daar leg je in één keer een bepaald bedrag in. Vaak vraagt een bank om een minimuminleg, bijvoorbeeld € 1.000,-.
    • Daarbij kies je zelf hoelang je het geld vast wilt zetten. Dat is de looptijd. Je inleg blijft de hele periode staan.
    • Tot het einde van de vaste looptijd kun je geen extra geld inleggen. Wil je dat toch? Dan kun je wel meerdere deposito’s openen.
    • Tussendoor kun je in principe geen geld opnemen. Heb je het geld eerder nodig? Dan betaal je daar bij de meeste banken een boete voor.
    • Aan het eind van de looptijd kun je weer bij het inlegbedrag. De opgebouwde spaarrente ontvang je meestal jaarlijks, bij deposito’s van een jaar of langer. Of aan het einde van de looptijd, bij kortlopende deposito’s.

    Wat is het verschil tussen een deposito en een spaarrekening?

    De belangrijkste verschillen op een rij:

    Bij een deposito staat je geld vast

    Kies je voor een deposito? Dan kun je tussendoor niet bij je geld. Het voordeel daarvan: je komt niet in de verleiding het tussentijds uit te geven. Het nadeel: je bent minder flexibel. Heb je het geld tóch nodig voor het einde van de looptijd? Bijvoorbeeld omdat je belastingaanslag ineens veel hoger blijkt dan verwacht? Of omdat je een huis gaat kopen of gaat trouwen? Dan betaal je bij de meeste banken een boete als je tussentijds geld opneemt.

    Bij een normale spaarrekening kun je geld opnemen en storten wanneer je maar wilt. Daar betaal je geen kosten voor. Dit wordt een ‘vrij opneembare spaarrekening’ genoemd. Hiermee ben je dus flexibeler. Ook kun je altijd geld bijstorten op je spaarrekening. Er is ook geen minimuminleg nodig.

    Goed om te weten: sommige banken bieden ook een soort tussenvorm. Dit zijn spaarrekeningen waarbij je niet meteen bij je spaargeld kunt. Je geld staat dan wel vast, maar zonder een gegarandeerde rente. Vaak is de (variabele) rente wel hoger dan bij een ‘normale’ spaarrekening.

    Leuk weetje: het woord ‘deposito’ komt uit het Italiaans. Het betekent: bewaargeving.

    Vaste of variabele rente

    De rente staat bij een depositorekening de hele looptijd vast. Je weet dus precies hoeveel rente je krijgt over de afgesproken periode. Dat geeft zekerheid. En dat is bijvoorbeeld prettig als je verwacht dat de rente gaat dalen.

    Bij een spaarrekening is de rente variabel. De bank kan deze dus op elk moment aanpassen. Dat pakt positief uit als de rente in de tussentijd stijgt. Daar heb je bij een spaarrekening meteen voordeel van. Maar het kan ook negatief uitpakken, als de rente daalt.

    Hoogte van de rente

    Bij de meeste deposito’s is de rente op het moment van afsluiten hoger dan bij normale spaarrekeningen. Dat levert je een hoger rendement op als de variabele rente gelijk blijft of daalt. Het verschilt per bank en looptijd hoe hoog de rente is. Stel dat de rente bij een looptijd van een jaar bijvoorbeeld 2% is. En je zet een bedrag van € 10.000,- vast. Dan ontvang je na een jaar € 200,- rente.

    Sparen met een vaste rente

    Wil je met een vaste rente sparen? En zo meer zekerheid over je spaarrendement? Dat kan met een spaardeposito. Je legt eenmalig geld in en krijgt tijdens de looptijd een vaste rente.

    Open een rekening

    In het kort: belangrijkste voordelen van een deposito

    • Meer zekerheid, want de rente staat vast.
    • Een hoger rendement als de depositorente op het moment van afsluiten hoger is dan de variabele spaarrente. En die variabele rente gelijk blijft of daalt.
    • Je komt niet in de verleiding het geld tussendoor uit te geven.

    In het kort: belangrijkste voordelen van een spaarrekening

    • Flexibeler, want je kunt altijd geld opnemen en onbeperkt bijstorten.
    • Geen minimale looptijd en inleg.
    • Variabele rente. Stijgt die in de tussentijd? Dan heb je daar meteen voordeel van.

    In welk geval is een deposito verstandig?

    Of het in jouw geval slimmer is te kiezen voor een depositorekening of voor een spaarrekening, hangt af van je persoonlijke situatie. Zoals je levensfase, je financiële doelen en of je geld achter de hand hebt.

    Wil je graag zekerheid over je spaarrendement? En kun je het geld langere tijd missen? Dan is een deposito een prima plan. Misschien wil je wel een deposito openen voor de studie van je kind. Of voor je kleinkinderen. In die gevallen kan het handig zijn om het geld langer vast te zetten tegen een vaste rente.

    Heb je nog geen financiële buffer voor onverwachte kosten? Of verwacht je binnenkort grote uitgaven, zoals een auto, koophuis of verre reis? Dan is een depositorekening minder verstandig. Want dan wil je flexibel zijn en snel bij je spaargeld kunnen. In dat geval kun je beter een spaarrekening openen. Dat is ook slim als je verwacht dat de rente in de toekomst stijgt.

    Meerdere spaarrekeningen en deposito’s

    Heb je genoeg spaargeld? Dan kun je het natuurlijk ook alle twee doen. Dan zet je bijvoorbeeld € 2.000,- vast op een deposito. En stort je de rest van je spaargeld op een normale spaarrekening. Zo profiteer je van de voordelen van een deposito. En je hebt een financiële buffer achter de hand. Tip: je kunt ook meerdere deposito's afsluiten. Bijvoorbeeld eentje voor een jaar en een voor twee jaar. Dan weet je zeker dat je nooit te lang zonder extra geld zit. Ontdek wat je nog meer kunt doen met je spaargeld.

    Risico van een spaardeposito

    Wat nu als de bank failliet gaat? Dan is je spaargeld bij Nederlandse banken automatisch tot € 100.000,- per persoon per bank beschermd. Dat geldt zowel voor spaarrekeningen als deposito's. Beide vallen namelijk onder de Nederlandse Depositogarantie.

    Hoeveel rente krijg ik met een deposito? En hoe vaak krijg ik rente?

    Het bedrag aan rente dat je ontvangt, hangt af van: de looptijd, het rentepercentage en hoeveel geld je inlegt. De spaarrentes veranderen regelmatig. Bekijk de actuele spaarrentes hier. De rente wordt bijgeschreven op je spaarrekening of betaalrekening. Het verschilt per bank hoe vaak dat is. Soms per kwartaal, soms één keer per jaar. Nationale-Nederlanden keert de rente bijvoorbeeld jaarlijks uit.

    Deposito’s vergelijken: waar moet je op letten?

    Voordat je een depositorekening opent, zijn er een aantal zaken waar je op kunt letten. Zo is het goed om te kijken naar het rentepercentage, de looptijd en de minimale inleg. Check daarnaast of een bank onder het depositogarantiestelsel valt. En in welke gevallen je het geld tussentijds zonder boete kunt opnemen.

    Tip: je kunt ook meerdere deposito's afsluiten. Bijvoorbeeld eentje voor een jaar en een voor twee jaar.

    Hoe werkt een deposito bij Nationale-Nederlanden?

    Ook bij Nationale-Nederlanden kun je ervoor kiezen om je geld voor langere tijd vast te zetten. Dat kan op verschillende manieren:

    Met een deposito sparen

    Je spaardeposito is gekoppeld aan je internetspaarrekening. Heb je die nog niet? Sluit hier een internetspaarrekening af. Vervolgens open je kosteloos een deposito. Je kunt kiezen voor verschillende looptijden, vanaf één jaar. Daarna leg je eenmalig geld in (vanaf € 1.000,-). Tijdens de looptijd krijg je een vaste rente. Die wordt na de looptijd of jaarlijks bijgestort op het variabele saldo van je internetspaarrekening.

    Aanvullend pensioen opbouwen

    Je kunt er ook voor kiezen om je geld op een bankspaarrekening vast te zetten. Met Aanvullende PensioenOpbouw vul je je pensioen aan met mogelijk belastingvoordeel. Je laat dit periodiek uitkeren vanaf je AOW-leeftijd. Hierbij bepaal je zelf hoe vaak en hoeveel je inlegt, zolang je inleg binnen de jaarruimte valt.

    Ook kies je zelf voor sparen, beleggen of een combinatie daarvan. Je mag elk moment wisselen of de verhouding verschuiven. Ga je voor sparen? Dan kun je kiezen voor een variabele rente of een deposito met een vaste rente. Kies je voor een vaste rente? Dan weet je zeker dat de rente voor de gekozen periode vaststaat. Bij Aanvullende PensioenOpbouw wordt je rente jaarlijks bijgeschreven op je deposito.

    Bij Aanvullende Pensioenopbouw kun je je variabele spaargeld niet tussentijds opnemen. Dat kan de keuze voor een deposito met een vaste rente makkelijker maken. Het geld staat toch al vast. Je hoeft dan alleen nog te kijken naar de ontwikkeling van de variabele rente. Verwacht je dat die gelijk blijft of daalt? Dan kan een deposito met een vaste rente een slimme keuze zijn voor je pensioen.

    Meer binnen thema