Wanneer kan ik met pensioen? Die vraag is voor veel mensen niet zo makkelijk te beantwoorden. Vreemd is dat niet. Er is de afgelopen jaren veel veranderd rondom stoppen met werken. Zo start je AOW-uitkering vaak op een ander moment dan het pensioen dat je via je werkgever opbouwt.
In dit artikel gaan we dieper in op de mogelijkheden om je pensioendatum te plannen. Hierna weet je meer over je AOW-leeftijd, het pensioen via je werkgever en eerder of later stoppen met werken.
Met pensioen gaan is eigenlijk niets anders dan definitief stoppen met werken. Je kunt zelf kiezen wanneer je met pensioen gaat. Voor de meeste mensen is onvoorbereid stoppen met werken financieel niet haalbaar. Daarom is het slim om te plannen wanneer je met pensioen gaat. Als je helemaal stopt met werken, zijn er grofweg drie bronnen om in je levensonderhoud te voorzien, namelijk:
• AOW (overheid)
• Pensioen (werkgever)
• Eigen middelen (spaargeld, lijfrente en andere inkomsten)
Als je nadenkt over stoppen met werken, is het belangrijk dat je een goed beeld hebt van je geldzaken na je pensioendatum. Breng deze zorgvuldig in kaart. Dat doe je door een financieel profiel op te stellen. Dit is een overzicht van alle inkomsten en uitgaven die je verwacht na je pensioendatum. Heb je een partner of gezin, dan is het verstandig om een financieel profiel voor het hele gezin op te stellen.
De AOW (Algemene Ouderdomswet) is het ‘basispensioen’ vanuit de overheid. De meeste mensen die in Nederland wonen (of hebben gewoond) krijgen deze uitkering. Wanneer je AOW krijgt, hangt af van je geboortedatum en hoe lang mensen in Nederland gemiddeld leven.
Elk jaar kijkt de overheid naar hoe lang mensen gemiddeld leven als de AOW-leeftijd is bereikt. Voor elk jaar dat mensen gemiddeld langer leven, gaat de AOW-leeftijd met acht maanden omhoog. Als de AOW-leeftijd wordt verhoogd, moet de overheid dit vijf jaar van tevoren bekend maken. Zit je vijf jaar of minder voor je AOW-leeftijd? Dan is je AOW-leeftijd dus definitief.
Bereken hier jouw verwachte AOW-leeftijd.
Veel werknemers bouwen een pensioen op bij hun werkgever. Dit pensioen is ondergebracht bij een pensioenuitvoerder: een pensioenfonds, een verzekeraar of een premiepensioeninstelling (PPI).
De afgelopen jaren is de pensioenleeftijd in veel regelingen omhooggegaan. Hierdoor kan het voorkomen dat je nu pensioen hebt dat op verschillende leeftijden ingaat.
Pensioen 1 : pensioenleeftijd 65 jaar
Pensioen 2 : pensioenleeftijd 67 jaar
Pensioen 3 : pensioenleeftijd 68 jaar
AOW : start op 67 jaar
Op Mijnpensioenoverzicht.nl zie je in één overzicht hoeveel AOW je straks krijgt. En via welke pensioenuitvoerders je pensioen hebt opgebouwd. Daarnaast zie je op deze website vanaf welke leeftijd je die uitkeringen krijgt.
We nemen het eerdere voorbeeld als uitgangspunt, waarbij de gewenste pensioenleeftijd 67 jaar is. In veel pensioenregelingen kan de ingangsdatum van het pensioen worden verplaatst.
Het pensioen dat ingaat op 65 jaar wordt hierdoor twee jaar uitgesteld. Het pensioen dat ingaat op 67 jaar verandert niet. Het pensioen dat ingaat op 68 jaar verandert wél, dat wordt vervroegd naar 67 jaar (let op: als je een pensioen vervroegt, wordt je uitkering meestal lager).
Kies je voor een pensioendatum die vóór je AOW-leeftijd ligt? Dan kun je kiezen om vanuit het pensioen van je werkgever tijdelijk een hoger pensioen te ontvangen. Hierna krijg je een lager pensioen. Je hebt namelijk al een deel van je pensioen versneld opgenomen. Deze optie is een mogelijkheid om de periode tot de AOW ingaat financieel te overbruggen. Niet in alle gevallen is het haalbaar om op deze manier eerder te stoppen met werken.
Wie over ‘eigen middelen’ beschikt, kan een tijdelijk inkomenstekort bijvoorbeeld met spaargeld betalen. Als het tekort in de periode tot de AOW (1 jaar) € 750,- netto per maand is, dan heb je hiervoor € 9000,- (12 maanden x € 750,-) nodig.
Het is verstandig om op tijd actie te ondernemen en te bepalen hoeveel geld je later nodig hebt. Naast spaargeld kunnen dit andere vormen van eigen middelen zijn, bijvoorbeeld lijfrente- en/of bankspaarproducten. Hieruit ontvang je een periodieke uitkering. Je kunt deze producten vaak belastingvriendelijk (aftrekbaar) opbouwen. Ook huurinkomsten of inkomsten uit aandelen (rendement en dividend) vallen onder eigen middelen.
Lukt het financieel niet om helemaal te stoppen met werken? Dan kun je ook kiezen voor deeltijdpensioen. Je gaat dan minder werken. Voor de uren die je minder werkt, gaat je pensioen in. Voor de uren die je blijft werken, ontvang je salaris (en bouw je pensioen op). Je ontvangt dus gelijktijdig pensioen en salaris. Dit kan een mooie tussenweg zijn om gelijkmatig naar je volledige pensioen toe te groeien. Het is verstandig om je wensen rondom deels doorwerken en deeltijdpensioen tijdig te overleggen met je werkgever.
Ben je nog helemaal niet toe aan met pensioen gaan? Dan kun je je pensioen ook uitstellen. Je uitkering wordt in dat geval meestal hoger. Wat je ook kiest, ga goed na wat in jouw situatie mogelijk en gewenst is. Een onafhankelijk adviseur kan je helpen met advies, informatie en een haalbare financiële planning. Hoeveel je betaalt voor financieel advies hangt af van je situatie en het onderwerp waarover je advies wilt. Een onafhankelijk adviseur kan je informeren over de kosten die hij in rekening brengt.