Bjorn Ras (34) zit nu vijf jaar in het pensioenvak. Zijn collega Pascal Stapelkamp (56) al heel wat langer. Hoe kijken de pensioenadviseurs van Alpina naar hun werk? Welke ontwikkelingen zien ze in pensioenland? En wat kunnen de beide generaties van elkaar leren? Een gesprek over het verleden, heden en de toekomst.
Bjorn Ras maakte meteen indruk, toen hij in 2022 als jongste werknemer binnenkwam bij verzekeringskantoor Alpina. “Dat was tijdens een teamuitje, de vrijdag voordat ik officieel begon”, vertelt hij lachend. “We gingen racen in zo’n Formule 1-simulator. En ik racete al die mannen er natuurlijk meteen uit.” Inmiddels is hij niet meer de jongste werknemer van Alpina. Een van zijn nieuwe collega’s is 29.
Pascal Stapelkamp draait al langer mee in het vak. Maar ook hij werkt relatief kort bij Alpina. Bijna twintig jaar lang was hij mede-eigenaar van Flavius Assurantiën en Financiën. In 2020 verkocht hij zijn bedrijf aan Heilbron, dat inmiddels is opgegaan in Alpina.
“Sinds vier jaar ben ik dus in loondienst”, vertelt Pascal. “Dat voelt soms nog wel gek. Verantwoordelijkheid afleggen aan een baas is nieuw voor mij. Al valt het in de praktijk mee, als pensioenadviseur werk je best autonoom. En ik maak nog steeds veel uren.”
Dat brengt ons meteen op een (generatie)verschil dat vaker aan bod komt tijdens het gesprek.
Pascal: “We kijken anders naar werk, denk ik. Tuurlijk, dat komt ook vanwege mijn ondernemersachtergrond. Maar volgens mij is het ook een generatieding. Ik zie bij jongere collega’s – en bij mijn kinderen – dat werk een minder grote rol speelt in hun leven. Terwijl ik gewend ben 60 tot 70 uur per week te werken. En op vakantie moet ik mijn best doen niet naar mijn mail te kijken. De jongere generatie heeft minder moeite mee het werk los te laten. Die laten hun werktelefoon gewoon thuis. Zelfs als ze weken weg zijn!”
Vakantie is vakantie. Dan laat ik mijn werktelefoon thuis.
Bjorn: “Dat beeld herken ik wel. Ik zeg niet dat millennials of gen Z te lui zijn om te werken. Maar we hechten er inderdaad minder waarde aan. Dat is ook niet gek: we zien om ons heen de negatieve effecten van te hard werken. Vooral onder 18 t/m 45-jarigen is het aantal burn-outs de laatste jaren enorm gestegen. Daardoor letten we beter op onze werk-privébalans. We zien werk meer als zakelijke overeenkomst. En halen daarnaast voldoening uit andere zaken, zoals hobby’s en het gezin.
Ik werk zelf tussen de 40 en 46 uur per week, afhankelijk van de drukte op kantoor en mijn portefeuille. Maar vakantie is vakantie. Dan laat ik mijn werktelefoon inderdaad thuis. Bovendien word ik gewoon vervangen als ik er niet ben. Alpina is een groot bedrijf.”
Pascal: “Daar heb je gelijk in. Wat trouwens ook wel anders is, is dat we vandaag de dag altijd bereikbaar zijn. Toen ik net begon, in 1996, had ik geen mobiele telefoon. Dan was ik soms urenlang op pad, naar klanten, en checkte ik mijn mail pas thuis weer. Dat kun je je toch bijna niet meer voorstellen?”
Pascal: “Sinds het provisieverbod in 2013 zijn pensioenen veel transparanter geworden. Als adviseurs hoeven we klanten niet meer uit te leggen dat we aan hún kant staan. Dat we niet betaald worden door een bank of verzekeraar. Het provisieverbod heeft het vertrouwen van werknemers en werkgevers in adviseurs vergroot.
Ik verwacht dat de nieuwe pensioenwet het pensioen nog transparanter gaat maken. En persoonlijker. Werknemers zien straks beter hoeveel vermogen ze al hebben opgebouwd. Onze rol als adviseurs wordt meer coachend, denk ik.”
Bjorn: “Dat denk ik ook. Keuzebegeleiding is nu al belangrijker. Als alle pensioenregelingen in 2028 omgezet zijn, zullen we ons nog meer gaan richten op werknemers. Hoe kunnen we hen zo goed mogelijk begeleiden? Dat gaat verder dan alleen pensioen: het gaat om het hele financiële plaatje van een gezin. Dat vraagt om maatwerk. Hoe ervaar jij dat, Pascal?”
Pascal: “Er zijn bedrijven waarvan ik iedere nieuwe werknemer persoonlijk spreek. Dat was twintig jaar geleden minder. Dan gaf je eens in de zoveel jaar een presentatie.”
Pensioenadviseur Marlies Hensen zit vaak als enige vrouw aan een tafel vol mannen met jarenlange ervaring. Best spannend, vond ze in het begin. Hoe leerde ze om meer ruimte in te nemen? En wat stak Marlies tot nu toe nog meer op in haar carrière?
Pascal: “We doen er alles aan om daarvoor te zorgen. We maken presentaties in begrijpelijke taal, waarbij we de vier of vijf belangrijkste punten van de pensioenregeling uitlichten. Wat moet je écht onthouden? Dat helpt wel, volgens mij.
Toch blijft pensioen voor veel mensen een ver-van-hun-bedshow. Als adviseurs willen we ze in ieder geval bewustmaken van hun financiële situatie. Je hoeft echt niet meteen van alles aan te passen, zolang je maar weet hoe je pensioen er ongeveer voor staat. Al check je dat maar één keer per jaar. En op latere leeftijd wat vaker. Want je hebt zelf invloed op je inkomen voor later.”
Bjorn: “De administratie is doorgeslagen, vind ik. Alles moet van A tot Z vastgelegd worden in dossiers. In mijn eerste week bij Alpina liep ik met een werkgever het softwarepakket door. Daar zat een inventarisatieformulier bij van 25 pagina’s, vol onnodige tekst en herhalingen. Echt een paarse krokodil. De vraagtekens stonden op het gezicht van de werkgever. Toen heb ik bij mijn collega’s voorgesteld om het formulier aan te scherpen. Wat is de kern?”
Pascal: “Je hebt gelijk, Bjorn. Nu is alles soms wel heel bureaucratisch. Al die checklists en lijstjes met vragen die je wettelijk moet stellen aan de werkgever. Ik wil graag kunnen uitleggen waaróm we iets vragen. Wat is nu echt relevant als een werkgever wil overstappen van pensioenregeling? Dat moet je op 2 A4’tjes helder kunnen samenvatten.”
Het enthousiasme van de jongere generatie inspireert me.
Bjorn: “En waarom moeten we eigenlijk een compleet adviesmodel uitvoeren als de vraag van een werkgever al duidelijk is? Ik ben veel meer voorstander van een soort ingroeimodel. Natuurlijk moet je aan de wettelijke eisen voldoen. Maar doe het stap voor stap. Groeit het bedrijf, dan groeit het beheer- en adviestraject mee. Dat maakt ons ook toegankelijker voor kleine mkb’ers.”
Bjorn: “Tijdens mijn sollicitatie heb ik gezegd dat ik voor mijn 40e voor mezelf wilde beginnen. Maar dat is een uitdaging in de huidige pensioenmarkt, vanwege de regeldruk en de hoge kosten van licenties en software. Voor nu wil ik vooral doorgroeien in het pensioenvak. Daarnaast volg ik een opleiding Register Adviseur Verzuim en Inkomensmanagement (RVI), om me ook verder te professionaliseren in de inkomensverzekeringen.
Pascal: “Ik wil me blijven ontwikkelen. Het enthousiasme van de jongere generatie inspireert me daarbij. Maar de laatste tijd ben ik ook vaker bezig met de vraag: hoe kan ik de laatste tien tot twaalf jaar van mijn carrière op een meer ontspannen manier werken? Een van de mooie dingen als je langer meeloopt is dat je jouw ervaring kunt doorgeven. Ik begeleid een van de jongere pensioenadviseurs. Dan is het superleuk om je kennis over te dragen.”
Bjorn: “Ik steek veel op van de kennis en ervaring van Pascal op het gebied van pensioen. Ik bel jou ook regelmatig voor ruggespraak. Hoe zou jij dit aanpakken? Maar misschien kan daar nog een schepje bovenop. We hebben het er weleens over dat we samen klanten moeten bezoeken. Zullen we dat binnenkort eens doen?”
Pascal: “Dat lijkt mij een goed idee, Bjorn. En van jou kan ik leren meer afstand te nemen van werk. Op jouw leeftijd was ik nog veel onrustiger op werkgebied. Al was het toen ook een andere markt. Nu is de concurrentie minder groot, er is genoeg werk voor iedereen. En dat zal de komende jaren zeker zo blijven.”
Bij Nationale-Nederlanden hechten we aan een goede relatie met adviseurs. Want adviseurs zijn onmisbaar in het goed bedienen van de klant. Wil jij je klanten en hun werknemers zo goed mogelijk begeleiden? Bekijk dan onze Human Capital Planner (HCP) eens. Deze online dienstverlening geeft je inzicht in de pensioenregeling bij Nationale-Nederlanden. Zo kun je samen met je klanten acties ondernemen voor een duurzaam pensioenbeleid.