Eind februari kwam de commissie Octas met aanbevelingen om het stelsel voor arbeidsongeschiktheid toekomstbestendig te maken. Namens Nationale-Nederlanden geven directeur Inkomen Collectief Igno Schings en beleidsadviseur sociale zekerheid Anna-Marie Beerda hun visie op deze voorstellen.
Anna-Marie: “Dat vind ik wel. De WIA (Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, red.) is complex. Er zijn te veel verschillende regelingen. Niet voor niets noemde de commissie de wet zelf ‘Wat Ingewikkeld Allemaal’. Dit belemmert de re-integratie. Ook zijn de wachttijden voor de keuringen door de verzekeringsartsen van UWV te lang. Werkgever en werknemer weten vaak niet waar ze aan toe zijn.”
Anna-Marie vervolgt: “De commissie wil het stelsel voor arbeidsongeschiktheid eenvoudiger en eerlijker maken. Ze doen daarvoor een aantal voorstellen. Die hebben ze uitgewerkt in drie varianten voor de toekomst van het stelsel van arbeidsongeschiktheid. De politiek gaat hiermee aan de slag.”
Octas staat voor Onafhankelijke Commissie Toekomst Arbeidsongeschiktheidsstelsel. Eind 2022 heeft de minister van Sociale Zaken, Karien van Gennip, een aantal experts gevraagd te kijken naar de problemen in het stelsel voor langdurige ziekte en arbeidsongeschiktheid. Wat gaat er mis? En hoe kan het beter? Op 29 februari 2024 is de commissie Octas met het rapport gekomen. Hierin komen ze met drie oplossingsrichtingen. Het doel: een betaalbaar, uitvoerbaar en uitlegbaar sociaal stelsel.
Anna-Marie: “Het eerste advies – ‘Huidig stelsel beter’ – moet het bestaande stelsel eenvoudiger maken. De WIA blijft een inkomensverzekering. De IVA en WGA vervolguitkering verdwijnen en er komt na de loongerelateerde uitkering één soort uitkering. En de arbeidsongeschiktheidsdrempel gaat van 35 naar 25%. Is iemand minder dan 25% arbeidsongeschikt? Dan krijgt diegene geen uitkering. Daarboven wel.
Bij het tweede advies – ‘Werk staat voorop’ – ligt de nadruk vooral op wat de werknemer wél kan. Daarin krijgen mensen meer tijd en begeleiding om passend werk te vinden. De eerste drie tot vijf jaar krijgt de werknemer een re-integratieuitkering. Dan spreken we ook niet meer over arbeidsongeschiktheid. De beoordeling volgt pas daarna.
We zien een aantal goede ideeën in de voorstellen van de commissie.
Advies nummer drie heet ‘Basis voor werkenden’. Daarin geldt voor werknemers en zelfstandigen dezelfde arbeidsongeschiktheidsregeling met een wachttijd van twee jaar. Iedereen wordt op dezelfde manier beoordeeld. Ook begeleiding naar re-integratie is er voor iedereen. Voor werknemers komt er een verplichte aanvullende verzekering via de werkgever. Zelfstandigen moeten zelf een aanvullende verzekering afsluiten.”
Igno: “We zien er een aantal goede ideeën in. Zo stelt de commissie voor om het advies van de bedrijfsarts mee te nemen bij de keuring door de verzekeringsarts. Dat gebeurt nu niet, terwijl de bedrijfsarts al een dossier van twee jaar heeft opgebouwd. Die overgang kan soepeler. Dat kan veel werk schelen. Daarmee kunnen we de tekorten bij de keuringen terugdringen en weten werkgever en werknemer hopelijk sneller waar ze aan toe zijn.”
Igno: “Jazeker. Het uitbreiden van de no-riskpolis vinden we ook een goede suggestie. De no-riskpolis is een regeling die het risico beperkt voor de werkgever die een werknemer aanneemt met een ziekte of beperking. De commissie stelt voor om deze regeling ook voor het tweede ziektejaar te laten gelden. Dat kan helpen bij de re-integratie bij een andere werkgever en zo instroom in de WIA voorkomen.”
Anna-Marie: “De uitkering hangt nu nauw samen met het laatstverdiende inkomen. Daardoor hebben werknemers met een hoger inkomen vaker een hoger arbeidsongeschiktheidspercentage en meer kans op een (hogere) uitkering. Daarom wil de commissie een maximum stellen van ruim € 70.000,- aan het loon waarop de WIA-uitkering wordt berekend en wordt de ondergrens van de WIA verlaagd van 35 naar 25% arbeidsongeschiktheid.”
Anna-Marie: “Ja, wij maken ons bijvoorbeeld zorgen over het beperken van de betrokkenheid van en prikkels voor werkgevers. Zo is één van de voorstellen het terugbrengen van de premiedifferentiatie van tien naar vijf of zeven jaar. Nu betaalt een bedrijf meer premie als er meer mensen dan gemiddeld in de WIA belanden. Dit stimuleert werkgevers om ziekteverzuim en uitval te voorkomen. Maar bij een kortere periode van premiedifferentiatie neemt deze prikkel af.
We hebben ook vraagtekens bij de afschaffing van de IVA. Die uitkering krijgen werknemers nu als ze niet of nauwelijks kunnen werken en er geen kans is op herstel. Door het afschaffen van de IVA verdwijnt het onderscheid tussen duurzame en niet duurzame arbeidsongeschiktheid. Dat kan leiden tot onduidelijkheid voor werknemers en werkgevers in een re-integratieproces.”
Igno: “Onze zorg is dat de prikkels die in het huidige stelsel goed werken minder worden of verdwijnen. Een voorbeeld hiervan is de betrokkenheid van de werkgever. Een werkgever moet aandacht hebben voor preventie. Alleen dan kunnen we het verzuim in Nederland verkorten en voorkomen. Door de vergrijzing en de krappe arbeidsmarkt is iedereen hard nodig. Veel grotere werkgevers zijn eigenrisicodrager voor de ziektewet en de WGA. De commissie Octas stelt in scenario’s twee en drie nu voor de re-integratie na de eerste twee jaar publiek uit te voeren. De werkgever kan dan niet zelf kiezen wie de re-integratie doet en is niet of minder betrokken. Terwijl de kosten voor werkgevers wel oplopen als ze minder betrokken zijn.”
Igno: “De politiek zal de voorstellen gaan bespreken en waarschijnlijk bepalen welke elementen belangrijk zijn om te behouden of te introduceren.
Wij zien het meest in het eerste advies dat gericht is op het verbeteren van het huidige stelsel.
Bij de andere twee scenario’s moet het stelsel van uitkeringen, keuringen en re-integratie helemaal worden aangepast. De problemen rondom de WIA zijn zo urgent dat we niet kunnen wachten tot het hele sociale stelsel is aangepast."
Igno: “Verander dat wat beter en eenvoudiger kan. En houd overeind wat goed werkt. Dat is ons belangrijkste advies. De WIA is ooit ingesteld omdat bijna een miljoen mensen in de WAO zat. Het is belangrijk dat werkgevers betrokken blijven bij de begeleiding bij langdurige ziekte en arbeidsongeschiktheid. Dat werpt z’n vruchten af.”
Anna-Marie: “Nu is het nog een kwestie van afwachten. Voordat je aan de slag gaat, is het goed om eerst te weten wat de precieze plannen worden.”
Igno: “Maar wat er ook verandert in de aanpak van arbeidsongeschiktheid, het is en blijft belangrijk om aandacht te besteden aan preventie. Ga als werkgever regelmatig het gesprek aan met je werknemers en toon je betrokken. Als adviseur is het belangrijk om naast de werkgever te staan en die te ondersteunen. Zo kun je verzuim in een vroeg stadium voorkomen. Daar is iedereen bij gebaat.”
Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) reageerde op 15 maart jl. met een kabinetsreactie aan de Tweede Kamer op het advies van Octas. SZW wil een volgend kabinet zo goed mogelijk in staat stellen om te komen tot een keuze met betrekking tot de voorgestelde varianten. Want de knelpunten rond de uitvoering van de WIA vragen om urgentie. SZW werkt de varianten daarom in samenwerking met andere stakeholders, zoals UWV, werkgevers- en werknemersorganisatie, bedrijfs- en verzekeringsartsen, enz. verder uit. Zij brengen de gevolgen voor de verschillende aspecten zoals inkomenspositie, gezondheid, kwaliteit van de re-integratie, activering, arbeidsparticipatie, betaalbaarheid van het stelsel en uitvoerbaarheid voor de toekomst in beeld. SZW betrekt ook de sociale partners bij het gesprek hierover en overlegt met de SER over haar rol bij de keuzes. De ambtelijke uitwerking moet in het najaar gereed zijn.
Bij Nationale-Nederlanden delen we graag inzichten over het verkorten en voorkomen van verzuim. Meer weten over onze oplossingen voor werkgevers en werknemers? Bekijk dan onze inkomensverzekeringen.