"Je krijgt niet altijd iedereen mee, en dat is oké"

Marieke Aantjes van Ynnovate in DE GROTE DRIE

In deze serie vragen we ondernemers naar drie belangrijke leermomenten tijdens hun ondernemerschap en welke waardevolle lessen ze daaruit trokken. Deze keer: Marieke Aantjes, mede-eigenaar van Ynnovate, het grootste innovatienetwerk van de publieke sector.

Eigenlijk was het nooit bij Marieke opgekomen om ondernemer te worden. Maar als Fleur, de eigenaar van Ynnovate – waar Marieke dan vier jaar als trainer werkt – haar focus volledig op internationale uitbreiding wil richten, vraagt ze Marieke of zij de verantwoordelijkheid voor de Nederlandse tak op zich wil nemen. Mede-eigenaar worden dus. Dat wil Marieke wel. “Het voelde als een logische stap en een hele toffe uitdaging. Het eigenaarschap gaf me het extra verantwoordelijkheidsgevoel dat nodig was om mijn rol goed te kunnen pakken.” 

Inmiddels staat Marieke twee jaar aan het roer van Ynnovate Nederland. De organisatie zet zich in om innovatie in de publieke sector aan te jagen. Denk aan het aanpakken van het lerarentekort in het primair onderwijs en het bedenken van oplossingen om jeugdcriminaliteit te voorkomen. Door mensen in de sector op te leiden tot ‘Ynnovators’ en door innovatietrajecten te faciliteren of te begeleiden. “Het grootste deel van de innovatietrajecten komt uit ons eigen netwerk van Ynnovators. Mijn ultieme doel? Dat de publieke sector duurzaam innoveert en we onszelf op die manier overbodig maken. Dat kunnen wij met z’n vijven niet teweegbrengen, maar met ons netwerk van 1500 Ynnovators kunnen we dat wél.”

Welke drie belangrijke lessen leerde Marieke als ondernemer? 

1. ‘Wees flexibel, maar houd altijd focus’

“De afgelopen jaren stond de wereld flink op z’n kop. Ook wij moesten de boel omgooien. Trainingen, werksessies, brainstorms, alles moest online gebeuren. We zijn het maar gewoon gaan doen. Experimenteren en flexibel zijn was key. Dat betekende ook dat er nieuwe producten bijkwamen, die we soms ook vrij snel weer lieten vallen. Bijvoorbeeld de workshop hoe je het best hybride kunt samenwerken. Die training was nodig om ons netwerk op weg te helpen, maar zodra het kon, stopten we er weer mee. Dat soort trainingen zijn immers niet onze focus. Bij alles wat we doen stellen we onszelf de vraag of het nog steeds bijdraagt aan ons doel, en of we nog wel impact maken. Dan houd je altijd focus. In mijn wekelijkse overleg met mede-eigenaar Fleur is ‘focus’ ook een standaard punt op de agenda. Zo dwingen we onszelf om daar scherp op te blijven.” 

2. ‘Je krijgt niet altijd iedereen mee, en dat is oké’

“We hebben in het team regelmatig toffe ideeën voor een nieuwe training of een compleet ander product. Als je daar zelf heel enthousiast over bent, wil je het liefst dat iedereen met je meestuitert. Dat is natuurlijk niet altijd het geval. Zo startten we afgelopen jaar met een eigen podcast. In het team was niet iedereen meteen even enthousiast, maar we geven elkaar toch alle ruimte om ook dat soort ideeën ten uitvoer te brengen. Soms zie je in organisaties dat mensen per se willen dat iedereen bij elk plan volledig aan boord is, maar daar geloof ik niet zo in. In plaats van heel hard proberen om iedereen mee te krijgen, kun je beter met het idee experimenteren en kijken hoe het gaat. Als het succesvol uitpakt, komt het enthousiasme vanzelf. En zo geschiedde. Vorig jaar maakten we acht podcasts, en de volgende serie staat voor de deur. Inmiddels vindt iedereen het te gek.”

3. ‘Houd altijd contact met je doelgroep’

“Ons netwerk van 1500 Ynnovators is ongelooflijk belangrijk voor ons. Ervoor zorgen dat we goed met hen in contact blijven, staat bovenaan de prioriteitenlijst. Om verbonden met ze te blijven, maar ook omdat ze onze belangrijkste bron van informatie zijn. Als ik twijfel over welke kant we op moeten gaan, bel ik een van onze Ynnovators. ‘Hoe gaat het met je, wat maak je mee, waar loop je tegenaan?’ Dat soort telefoontjes zijn ontzettend waardevol en raad ik iedereen aan om regelmatig te doen. Voel je vooral niet bezwaard om mensen om hun tijd te vragen, want vrijwel iedereen vindt het leuk om over haar of zijn werk te praten. Zo houd je de connectie met je doelgroep én weet je waar ze behoefte aan hebben. Een win-win, dus.”