Bijna iedere beginnende en ervaren hardloper krijgt ermee te maken: een moment waarop hardlopen niet zo soepel gaat. Of zelfs helemaal niet meer gaat. Dat is niet gek, maar heel normaal. Herkenbaar? Geen zorgen. Hardlooptrainer Floris Valkema van Flowmotion geeft tips om de meest voorkomende afhaakmomenten te overwinnen.
2. ‘Ik heb geen motivatie’
Sommige dagen lonkt de bank meer dan de hardloopschoenen. Gebrek aan motivatie komt in vele vormen en soorten. De gewoon-geen-zin momenten, het koud hebben of als je geen doel hebt. Maar soms kan de motivatiedip ook zonder aanwijsbare reden opspelen.
Tip van Floris: ‘Maak het leuk voor jezelf. Luister muziek of een podcast, en ren samen met een loopmaatje of een rengroep. Doelen stellen helpt ook. Schrijf je dus in voor een mooi hardloopevent. Dat hoeft niet meteen een marathon te zijn. Integendeel, een doel kan ook klein zijn.’
3. ‘Ik ben te gestrest’
Stress is een van de andere redenen waarom mensen vaak de hardloopschoenen in de kast laten staan. Een drukke periode op werk, een agenda vol sociale verplichtingen of gewoon te veel aan je hoofd. Veel mensen denken dat ze eerst rust in hun hoofd moeten hebben voordat ze weer kunnen rennen. Of meer tijd. Liefst allebei.
Tip van Floris: ‘Ho stop! Stress is juist hét teken dat je moet gaan rennen. Hardlopen is goed om spanning te verwerken. Tijdens het hardlopen maak je het gelukshormoon endorfine aan. Dat stofje verlaagt het hormoon dat stress veroorzaakt, cortisol. Door hard te lopen verdwijnt stress en ga je je dus beter voelen. En snel ook: endorfine komt vaak al na 10-20 minuten vrij. Kortom: door hard te lopen wordt stress minder.’
4. ‘Ik heb geen tijd’
Ook een veelgehoorde reden waarom hardlopen er soms bij inschiet: tijdgebrek. Tussen werk, gezin en sociale verplichtingen kan het lastig zijn om tijd te vinden om te gaan rennen. Er moeten nou eenmaal prioriteiten gesteld worden. Vaak is sporten een van de eerste dingen die van de to-do lijst afvalt.
Tip van Floris: ‘Maak hardlopen onderdeel van je routine. Zet het in je agenda als afspraak met jezelf of nog beter: train in een groepje op een vast moment. Zo voorkom je dat je tijdens de week moet beslissen wanneer je gaat trainen. Dan wordt het op een gegeven moment (weer) een gewoonte. Wat ook helpt is om je hardloopkleding ‘s morgens al aan te trekken. Als je de dag start in je hardloopkleding is de kans dat je daadwerkelijk gaat rennen veel groter. Een nieuwe outfit werkt trouwens ook zeer stimulerend.’
5. ‘Ik vind het te koud’
Kou, regen, wind, hagel en sneeuw kunnen voor hardlopers een flinke valkuil zijn. Niemand wordt blij van het idee om natgeregend of verkleumd thuis te komen. Ook dan lonken de bank, een kop thee en Netflix.
Tip van Floris: ‘Bij slecht weer is goede hardloopkleding je beste vriend. Een wind- en waterdicht jack, muts of thermokleding voor de echt koude dagen maken een wereld van verschil. En onthoud: eenmaal buiten went het snel. Als je eenmaal aan het rennen bent, warm je snel op. Regen is vaak eigenlijk best verfrissend. Met als bonus de extra voldoening na afloop dat je het weer getrotseerd hebt.’
6. ‘Ik vind hardlopen saai’
Soms is hardlopen gewoon saai. Steeds dezelfde route, hetzelfde tempo, dezelfde omgeving. Dat kan eentonig worden.
Tip van Floris: ‘Varieer! Probeer eens een nieuwe route (tip: de NN Hardlooproute-planner), misschien zelfs in een andere stad. Luister tijdens het lopen naar een interessante podcast of je favoriete muziek. Minstens zo belangrijk: wissel je type runs af. Doe eens een intervaltraining, waarbij je afwisselt tussen hardlopen en wandelen. Dit maakt het uitdagender én leuker! Ook hier kan een loopmaatje of -groep uitkomst bieden. Hardloopgroepen zijn het nieuwe Tinder, grappen veel mensen.’
7. ‘Ik word maar niet sneller'
Om de een of andere mysterieuze reden denken we vaak dat een ander altijd harder rent. En al helemaal als je het idee hebt dat je niet sneller wordt, kan de moed je nóg meer in de schoenen zinken. Met als gevolg dat die schoenen dus steeds vaker in de kast blijven staan. Wist je dat de gemiddelde tijd waarin vrouwen vijf kilometer rennen, veertig minuten is? Mannen doen dat zes minuten sneller. Dat is dus helemaal niet zo bloedstollend snel.
Tip van Floris: ‘Ook hier geldt dat een goed schema wonderen doet. Veel lopers trainen op één tempo, terwijl afwisseling niet alleen effectiever, maar ook leuker is. Intervaltraining is een perfecte manier om sneller te worden en je uithoudingsvermogen te verbeteren. Weet je niet waar je moet beginnen? Begin met één minuut vlot hardlopen (niet overdrijven, vlot betekent niet per se ‘sprinten’), gevolgd door één minuut rustig joggen. Herhaal dit acht keer. Dit is een hele simpele intervaltraining, maar er zijn talloze variaties mogelijk. Na een tijdje zul je zien dat je niet alleen sneller maar ook makkelijker rent.’
8. ‘Ik ben er gewoon niet voor gemaakt’
Beginnende hardlopers twijfelen vaak aan zichzelf. ‘Het ziet er niet uit als ik ren’ en ‘Wat zullen mensen denken als ze zien hoe langzaam ik ben?’ Niet bepaald opbeurende of helpende gedachten. Maar helaas wel gedachten waardoor ze op een gegeven moment stoppen met hardlopen. Of erger nog: er niet eens mee beginnen.
Tip van Floris: ‘Vergelijk jezelf niet met andere lopers. Ook de snelste lopers waren ooit beginners. Focus op je eigen progressie. En onthoud: hardlopen is geen wedstrijd, het gaat om je eigen race. Als je je toch geintimideerd voelt, ga dan vroeg in de ochtend of later op de avond lopen, dan is het vaak rustiger. Of loop op plekken waar de kans groot is dat je weinig andere lopers tegenkomt.’
Kom ook in beweging
Er zit een hardloper in ons allemaal. Als supporter van alle hardlopers helpen we je op weg met handige tips, slimme tools en de mooiste hardloopevenementen. Van je eerste meters tot de finish; onze support heb je!