Wat is vermogensbelasting?

Als je vermogen hebt, betaal je daar vanaf een bepaald bedrag belasting over. Dit noemen we vermogensbelasting, vermogens­rendementsheffing, spaartax of box-3 heffing. Veel mensen betaalden alleen meer belasting dan ze aan rendement maakten op hun vermogen. Daar is verandering in gekomen. Want eind 2021 bepaalde de Hoge Raad dat de manier waarop de vermogensbelasting werd berekend in sommige gevallen oneerlijk is. In dit artikel leggen we uit wat vermogensbelasting is en wat de gevolgen zijn van de uitspraak van de Hoge Raad.

Vermogensbelasting 2022

Belangrijkste punten in dit artikel

  • Vermogensrendementsheffing is een belasting op het veronderstelde rendement van je vermogen, niet op het vermogen zelf.
  • De vermogensbelasting wordt sinds 2023 berekend op basis van een nieuwe methode die dichter bij het werkelijke rendement ligt, na een uitspraak van de Hoge Raad in 2021.
  • De nieuwe methode houdt rekening met de werkelijke verdeling van je vermogen en gebruikt realistischere rendementen.
  • Voor de jaren 2023 tot en met 2026 geldt een tijdelijke oplossing voor de berekening van de vermogensbelasting.
  • In juni 2024 bepaalde de Hoge Raad dat ook deze nieuwe rekenmethode niet voldoet.
  • Vanaf 2027 is het plan om een belastingstelsel in te voeren dat gebaseerd is op het werkelijk behaalde rendement. Dit is nog niet definitief vastgesteld.

Vermogensrendementsheffing

De Belastingdienst gaat er vanuit dat je een bepaald rendement haalt met je vermogen. Bijvoorbeeld omdat je rente ontvangt over je spaargeld of omdat je beleggingen geld opleveren. Op die manier verdien je geld aan je vermogen. Of anders gezegd, je hebt inkomsten uit je vermogen in box 3.

De Belastingdienst noemt dit je voordeel uit sparen en beleggen. Over dit voordeel betaal je belasting. In de volksmond wordt dit vaak de vermogensbelasting genoemd. Maar dit klopt dus niet helemaal, want je betaalt geen belasting over je vermogen. Je betaalt belasting over het veronderstelde rendement op je vermogen. Of met een duur woord het fictieve rendement op je vermogen. De officiële term is daarom vermogensrendementsheffing.

Veranderingen door uitspraak Hoge Raad

Met het betalen van vermogensbelasting op basis van een fictief rendement was een groep belastingbetalers het niet eens. In de praktijk werd dit fictieve rendement namelijk vaak niet gehaald. Veel mensen betaalden daardoor meer belasting dan ze aan rendement haalden op hun vermogen. Daarom zijn ze een procedure gestart tegen de box 3 heffing op basis van fictieve rendementen. Op 24 december 2021 deed de Hoge Raad, de hoogste rechter in ons land, uitspraak. De rechters bepaalden dat de box 3 heffing in strijd was met Europees recht. De belastingbetalers kregen dus gelijk.

Het Kabinet wil daarom vanaf 2027 een nieuwe belasting invoeren op basis van het rendement dat je echt behaalt. Dat is niet zo eenvoudig en kost tijd. Voor de jaren 2023 t/m 2026 is er dus gekozen voor een tijdelijke oplossing.

Je vermogen = je bezittingen – je schulden

Over welk deel van je vermogen betaal je eigenlijk vermogensrendementsheffing? Je vermogen bestaat uit je bezittingen min je schulden.

De belangrijkste bezittingen zijn:

  • Het geld op je spaar- en betaalrekeningen;
  • Je beleggingen;
  • Een tweede woning of een huis dat je verhuurt.

Niet al je bezittingen hoef je op te geven als vermogen in box 3. Zoals je eigen woning, de inboedel van je woning, je auto, je pensioen, je lijfrenten en (tot een bepaald maximumbedrag) groene beleggingen.

Heb je schulden? Die mag je van je bezittingen aftrekken, behalve de hypotheekschuld van je eigen woning. Ook moeten je schulden boven een drempelbedrag uitkomen. In 2024 is de schuldendrempel € 3.700,-. Pas als je schulden hoger zijn dan dat bedrag, mag je ze van je bezittingen aftrekken. Heb je het hele jaar een fiscaal partner? Dan is in 2024 de schuldendrempel € 7.400,-.

Hoeveel vermogen mag je belastingvrij hebben?

Je geeft je vermogen op in box 3 bij je jaarlijkse aangifte inkomstenbelasting. De Belastingdienst werkt met een peildatum. Dit is altijd 1 januari van het jaar waarover je aangifte doet. Je hoeft niet over het rendement op heel je vermogen belasting te betalen. Het eerste gedeelte is heffingsvrij vermogen. Of zoals dat vaak genoemd wordt: belastingvrij. In 2024 is het heffingsvrije vermogen zonder fiscale partner € 57.000,- en met fiscale partner € 114.000,-.

Komt je vermogen boven het belastingvrije bedrag uit? Dan noemt de Belastingdienst dat hogere deel van je vermogen de grondslag sparen en beleggen. Over deze grondslag wordt je voordeel uit sparen en beleggen berekend. Dit voordeel wordt ook wel je box 3 inkomen genoemd. En over dat voordeel betaal je belasting.

Internetsparen

Wil je ook vermogen opbouwen? Open gratis een internetspaarrekening bij Nationale-Nederlanden.

Lees meer over Internetsparen

Hoe werkt de huidige rekenmethode?

De Belastingdienst gaat uit van de werkelijke verdeling van je vermogen. Daarbij wordt je vermogen verdeeld in drie groepen: spaargeld, overige bezittingen en schulden. Overige bezittingen zijn al je bezittingen behalve je spaargeld.

Er worden nu fictieve rendementen gebruikt die dichter bij de werkelijkheid liggen. Voor spaargeld is dat de gemiddelde rente in dat belastingjaar. Voor beleggingen en overige bezittingen is dat het meerjarig gemiddelde rendement. En voor schulden gaat de Belastingdienst uit van de gemiddelde rente op hypotheekschulden.

In de tabel hieronder staan de percentages die de Belastingdienst per categorie hanteert.

Categorie 2024 2023 2022 2021 2020
Spaargeld 1,03%* 0,92% 0,00% 0,01% 0,04%
Beleggingen/andere bezittingen 6,04% 6,17% 5,53% 5,69% 5,28%
Aftrekbare schulden 2,47%* 2,46% 2,28% 2,46% 2,74%

* voorlopige percentages. Begin 2025 stelt de Belastingdienst de definitieve percentages vast.

De berekening werkt als volgt: eerst bereken je je voordeel uit sparen en beleggen, ofwel je box-3 inkomen. Dat kun je zelf doen, of met het hulpmiddel van de Belastingdienst.

Zelf uitrekenen van je box-3 inkomen doe je in vijf stappen:

In 2024 betaal je over je box 3 inkomen 36% belasting.

Een rekenvoorbeeld over 2024

Mevrouw Jansen (alleenstaand) heeft op 1 januari 2024 de volgende bezittingen in box 3: € 100.000,- spaargeld en € 100.000,- beleggingen. Het heffingsvrij vermogen in 2024 was € 57.000,-.

De berekening van de box 3 heffing is in dit geval:

  • Totaal rendement: € 100.000,- * 1,03% + € 100.000,- * 6,04% = € 7.070,-
  • Vermogen: € 100.000,- + € 100.000,- = € 200.000,-
  • Grondslag sparen & beleggen: € 200.000,- -/- € 57.000,- = € 143.000,-
  • Rendementspercentage: € 7.070,- / € 200.000,- = 3,54%
  • Voordeel uit sparen en beleggen: 3,54% * € 143.000,- = € 5.062,20
  • Te betalen belasting in box 3: € 5.062,20 x 36% = € 1.822,39

Nieuwe uitspraak Hoge Raad

Op 6 juni 2024 heeft de Hoge Raad opnieuw uitspraak gedaan. De rechters vonden de hierboven beschreven rekenmethode nog steeds oneerlijk. Het fictieve rendement dat de Belastingdienst hanteert mag namelijk nooit hoger zijn dan het werkelijk behaalde rendement. Denk je dat dit in jouw geval toch zo is? Dan moet je dat zelf aangeven en bewijzen hoeveel je werkelijke rendement was. De Belastingdienst komt met informatie hoe je dit kan doen.

Vanaf 2027: belasting op werkelijk rendement

De regering werkt op dit moment aan een belastingstelsel dat wél gebaseerd is op het werkelijk behaalde rendement. Het Kabinet is van plan dit nieuwe box 3 stelsel vanaf 2027 in te voeren. Of een box 3 heffing op basis van werkelijk rendement er ook echt komt, is nog niet duidelijk. Het is heel moeilijk om dat in de praktijk goed uit te voeren. Er wordt daarom gekeken naar andere manieren om te rekenen met een rendement dat zo dicht mogelijk in de buurt komt van het werkelijke rendement.

Goed om te weten

Tip: bedenk of je misschien een deel van je vermogen wil schenken. Geef bijvoorbeeld je (klein)kind een financieel duwtje in de rug voor een woning of studie. Let dan wel op deze belastingregels.